Informatie over Zuid-Europese ziektes

Leishmaniose

Leishmania bij de hond wordt veroorzaakt door de eencellig parasiet (protozo) Leishmania Donovani. Deze parasiet wordt overgebracht door de zandvlieg, die voorkomt in landen rond de Middellandse Zee. De parasiet nestelt zich in de rode bloedcellen van de hond en zonder tijdige behandeling zal het fataal kunnen zijn.

De zandvlieg die de Leishmania protozo bevat, houdt zich overdag verscholen, maar rond zonsondergang komen zij te voorschijn. De periode dat zich dit voordoet is wanneer de nacht temperatuur boven de 15 graden is. Als de hond wordt gebeten door een BESMETTE zandvlieg komt de Leishmania in het bloed van de hond terecht. De zandvlieg komt nog niet in Nederland voor. Echter; gezien de toename van vroeger (sub)tropische aandoeningen, is het zeer waarschijnlijk dat dat niet al te lang op zich zal laten wachten. Maar zoals gesteld moeten daarvoor de nachten dus wel 15 graden of hoger zijn. Het probleem van de aandoening is dat het ziektebeeld en het verloop van hond tot hond zeer kan verschillen.

Sommige honden krijgen de ziekte heel kort na de infectie, bij anderen is het hun hele leven aanwezig, zonder ooit klachten te hebben. De parasiet kan zich inkapselen in milt en lever, maar ook in beenmerg en/of lymfeklieren. Op zo’n moment is de ziekte dan ook niet aan te tonen door een test. Maanden tot jaren later kan de ziekte “wakker ” worden en gaat de hond pas symptomen vertonen. Of en wanneer de ziekte actief wordt hangt af van de individuele afweer van de hond.

 

Veelal alle honden in het Middellandse Zeegebied worden vroeg in hun leven door de zandvlieg gestoken en zullen afweerstoffen bij zich dragen. De ziekte kan dan na enkele weken tot jaren (zeven jaar of langer) tot uiting komen. Het treft dan vooral honden met een zeer laag immuunsysteem. Ook al is de hond getest en negatief bevonden, dat wil niet zeggen dat de hond niet jaren later – tot 7 jaar – alsnog de ziekte kan krijgen.

De honden die Stichting Filosdogrescue laat overkomen uit landen rond de Middellandse Zee worden getest op Leishmaniose. De test geeft een goede indicatie maar is helaas niet 100% betrouwbaar, mede omdat de test in feite een beeld geeft van 3-4 maanden geleden. Bij pups heeft het dus nog geen zin om te testen.

Leishmaniose is een van de moeilijkste ziektes om te herkennen aan de hand van symptomen omdat het zo’n divers ziektebeeld kan hebben. Bovendien kan de hond drager zijn (positief) zonder ooit ziek te worden.
Afhankelijk van de organen die aangetast zijn door de parasiet en het stadium van de ziekte, kunnen er verschillende ziekteverschijnselen optreden:

Algehele toestand van de hond:

  • Geleidelijke toenemende lusteloosheid
  • Gewichtsverlies ondanks dat hij goed eet of zelfs veel meer eten krijgt.
  • Bewegingsproblemen-gewrichtsklachten.
  • Koorts
  • Slaapzucht
  • Bloedarmoede (bleke slijmvliezen)
  • Lymfeklieren vergroot, vooral in hals- en knieholte

Huidklachten:

  • Droge schilferige huid en wondjes die slecht/niet genezen
  • Kale plekken: oren, de neus/rond de ogen + symmetrische kaalheid op lichaam en/of hoofd
  • Roze ooglidranden en-of rond de neus en kale plekjes achterop de oren
  • Korsten en kloven aan neusspiegel en voetzooltjes en zweren op de huid en in de slijmvliezen
  • Rode geïrriteerde huid / blauwe plekken

Bloed:

  • Totaal eiwitten: vrijwel altijd verhoogd
  • Albuminegehalte: vaak verlaagd
  • Hematocriet waarde: vaak verlaagd
  • Leukocyten: meestal normaal
  • Nierinsufficiëntie (grootste doodsoorzaak van Leishmaniose)
  • Leverschade

Overige:

  • Droge neus / neusbloedingen
  • Chronische oogontstekingen
  • Diarree, soms constant en soms wisselend
  • Afwijkingen aan de nagels, snelgroeiend of erg dik/hard

De diagnose is nogal een lastig vanwege de verschillende uitingsvormen. Daarnaast bestaan er meerdere testen voor Leishmaniose die op verschillende momenten of gecombineerd kunnen worden toegepast. Wordt er negatief getest maar blijven de klachten, dan is het aan te raden nog eens te testen.

  1. PCR (Polymerase Chain Reaction):  spoort DNA-ketens van de parasiet op. Een hond die drager is maar niet ziek, kan zo ontdekt worden omdat de PCR-test redelijk zeker kan vaststellen of de hond positief of negatief is. (Voor verdachte honden zónder symptomen).
  2. IFI (Immuno Fluorescentie afweerstoffentest): is een nuttige test. Deze test geeft de hoeveelheid afweerstoffen tegen de parasiet aan. (Voor honden met één of meerdere symptomen aangeraden).
  3. ELISA: Deze test biedt een betrouwbaarheid van 80-100%, maar kan in de vroege fase van de ziekte vals negatieve uitslagen geven. Bij twijfel: na een aantal weken hertesten.
  4. DAT: (Direct Agglutination Test) is een test op antilichamen in het bloed en kan – net als de Elisa – in een beginstadium vals negatieve uitslagen geven.

In principe is de hond goed te behandelen, mits tijdig ontdekt. Nadat de hond positief getest is, wordt gestart met de tablettenkuur van Allopurinol, dat de symptomen doet verminderen. Honden die na behandeling opnieuw getest worden, kunnen negatief zijn. Sommige blijven de tablettenkuur gedurende hun hele leven gebruiken zonder nadelige gevolgen. Ze blijven echter wel drager van de ziekte. Het is tevens verstandig om het bloed om de 3 tot 6 maanden te laten controleren in de beginfase.

Feiten

 

  • Leismaniose kan niet door een besmette hond worden overgebracht aan andere honden door bijten, bloedcontact e.d. de ziekete kan dus alleen worden overgebracht door een BESMETTE zandvlieg. Dus een hond met leishmiose is in nederland heel veilig, hij kan niet opnieuw besmet worden en kan ook de ziekte niet doorgeven.
  • Leishmaniasis is – zover bekend – niet overdraagbaar op mensen.
  • Personen met een verlaagd immuunsysteem – zoals HIV patiënten – hebben wel een verhoogd risico om zelf Leishmaniasis te ontwikkelen als ze gestoken zijn door een zandvlieg in de risicogebieden.
  • Onderzoek heeft aangetoond dat vlooien en teken de ziekte niet over kunnen brengen, het gaat dus uitsluitend om dat hele speciale ZANDvliegje. In diverse landen in Europa zijn honden met Leishmaniasis die met andere honden samenleven, waarbij géén van de andere honden de ziekte heeft ontwikkeld.
  • Als een hond in een stabiele, rustige omgeving verblijft en zich prettig voelt, zodat het afweersysteem goed kan functioneren, gaat het in de meeste gevallen met behulp van de medicatie Allopurinol erg goed.
  • Na een gecombineerde behandeling duurt het veel langer voordat de ziekte terugkomt en is het zelfs mogelijk dat de ziekte niet meer terugkomt.
  • Het is vrijwel onmogelijk om de parasiet volledig weg te krijgen, na behandeling zullen veruit de meeste honden drager blijven.
  • Bij een juiste behandeling en tijdige onderkenning van de symptomen kan een hond met Leishmaniose goed gezond oud worden.
  • Leishmaniose hoeft niet te betekenen dat je hond hieraan overlijdt of zelfs maar zichtbaar ziek hoeft te zijn.
  • Er zijn honden die aan Leishmaniose overlijden, maar veelal gaat het dan om honden waarbij de behandeling laat is ingezet of om honden met daarbij bijvoorbeeld een Ehrlichia besmetting.
  • De ziekte is en blijft wel een sluipmoordenaar. Het is een ziekte die in de gaten moet worden gehouden met regelmatige testen. Zowel op de parasiet als de functies van de organen. Zeer belangrijk is en blijft een vroegtijdige diagnose.
  • Stress verlaagt de weerstand van de hond waardoor de Leishmania wakker kan worden.
  •  Probeer dit te voorkomen, geef de hond een stabiele, rustige omgeving.
  • Het gebruik van cortisonen (zoals prednison) vermindert de natuurlijke weerstand van de hond waardoor de ziekte kan terug keren. Probeer daarom het gebruik te voorkomen. Gebruik het alleen kortdurend of als het echt niet anders kan.
  • Narcose kan de weerstand eveneens ernstig verlagen. Laat dat alleen doen als de hond weer stabiel is of als het echt niet anders kan.
  • Onthoud, hoe zuidelijker u reist hoe groter de kans is op besmetting. Ook is de vlieg actiever bij waterrijke gebieden. De zandvlieg heeft water nodig om te overleven.

 

Twijfels en angsten

 

Als bij mijn hond Leishmaniose is vastgesteld, kan hij mijn andere huisdieren besmetten?

Nee. Tijdens spelen, likken of bijten van andere honden/katten/dieren kunnen ze deze niet besmetten.

Ik heb een klein kind thuis, kan het kind worden besmet door mijn hond?

Net als met andere dieren, kan de hond geen mensen besmetten. Hier is een vector voor nodig (= ziekte-overbrenger bv. een  insect), de Phlebotomo.

Ik heb een hond geadopteerd die positief is gebleken op Leishmaniose – wat moet ik doen?

Leishmaniose is een chronische ziekte die perfect behandeld kan worden bij de meeste honden en die niets afdoet aan hun levensverwachting.

Kan een hond overlijden aan de gevolgen van leishmaniose?

Ja, maar dat zijn uitzonderingen. Als een hond in een stabiele, rustige omgeving verblijft en zich prettig voelt, zodat het afweersysteem goed kan functioneren, gaat het in de meeste gevallen met behulp van de medicatie Allopurinol® erg goed.

Hartworm

Hartwormen zijn de meest levensbedreigende hondenwormen, omdat ze zich in het hart en de longslagaderen van de hond vestigen waar zij een tekortschieten van de hartfunctie en uiteindelijk de dood veroorzaken. Volwassen wormen zijn 10 tot 30 cm lang en hebben een diameter van ongeveer 1 mm.

Hartwormen worden uitsluitend door muggen overgebracht en kunnen dus niet via bijvoorbeeld bijtwonden of contact met ontlasting op een andere hond worden overgebracht. Hartworm komt voor in warme landen. In Nederland komt hartworm niet voor maar de parasiet lijkt zich wel steeds verder te verspreiden en hartworminfecties zijn inmiddels al waar genomen tot in Noord-Frankrijk (iets om rekening mee te houden als u uw hond meeneemt op vakantie). Wanneer een besmette mug een hond bijt, geeft hij de larven van de worm door die vervolgens door het lichaam migreren totdat ze in circa 3-4 maanden tijd hun uiteindelijke bestemming hebben bereikt (hart en longslagaderen); daar groeien ze binnen nog eens 3 maanden uit tot volwassen wormen (macrofilariae) en de vrouwelijke wormen beginnen larven te produceren (microfilariae) die ongeveer 2 jaar kunnen overleven in de bloedsomloop.

Wanneer een nog niet besmette mug een besmette hond bijt, pikt hij deze larven op zal besmet raken en kan dan de besmetting zo doorgeven aan andere honden.

Na verloop van tijd veroorzaakt de aanwezigheid van volwassen wormen in het hart en de longslagaderen een ontsteking en een verdikking van de wand van de aderen die leidt tot een verhoging van de bloeddruk en een grotere inspanning van het hart om het bloed door deze aderen te pompen. Als gevolg kan de hartfunctie van de hond tekort gaan schieten, wat uiteindelijk tot de dood kan leiden. De hond vertoont doorgaans pas waarneembare symptomen wanneer de ziekte in een zeer ernstig stadium is gekomen (meestal 3 tot 5 jaar na besmetting). De eerste tekenen bestaan uit af en toe hoesten en vermoeidheid; later wordt de hoest chronisch en gaat gepaard met een moeizame ademhaling – vooral tijdens en na lichaamsbeweging –, een lichte bloedarmoede en lusteloosheid. In vergevorderde gevallen kan de hond zelfs al na een lichte lichamelijke inspanning instorten. De meeste honden ontwikkelen uiteindelijk een congestief tekortschieten van de hartfunctie.

De behandeling van een hartwormbesmetting is, vooral als er al klachten zijn, een lang en riskant proces. Zowel stervende hartwormen als hun larven kunnen leiden tot shock en embolie. Tijdens de behandeling moeten honden streng gecontroleerd worden op bijwerkingen en moet hun activiteit gedurende een paar weken beperkt worden. Bovendien – in vergevorderde gevallen – herstelt hun gezondheid zich niet, zelfs niet na een doeltreffende behandeling.

In tegenstelling tot de behandeling is de preventie van hartworm veilig, gemakkelijk en doeltreffend. Voordat er met een preventieve behandeling wordt gestart, moeten honden worden getest op een hartwormbesmetting; besmette honden moeten worden behandeld tegen volwassen wormen en microfilariae, voordat er wordt begonnen met een preventieprogramma. Deze test op hartworm heeft een positieve uitslag als er tenminste 3 vrouwelijke wormen aanwezig zijn, als er op moment van de test bijvoorbeeld 1 of 2 vrouwelijke wormen aanwezig zijn zal dat helaas niet in de test naar voren komen, maar bij een latere test zal dan de uitslag toch wel positief kunnen zijn. Vandaar dat men altijd alert moet zijn op de genoemde verschijnselen. Preventieve middelen worden doorgaans maandelijks toegediend, te beginnen binnen één maand na aanvang van het muggen seizoen (of de blootstelling aan een mogelijke besmetting, bijvoorbeeld wanneer je naar landen met hartworm reist) tot één maand na het eind van de blootstelling.

Werkzame middelen tegen hartworm zijn o.a. Stronghold en Advocate (werkt ook tegen vlooien en tegen de meest voorkomende wormsoort, de spoelworm) en Milbemax en Milpro (werkt ook tegen alle andere veel voorkomende hondenwormen en zorgen zo voor een volledige bescherming tegen wormen).

We adviseren altijd uw geadopteerde hond uit een risicogebied als hij eenmaal in Nederland is een van de genoemde middelen te geven om een eventuele laatste besmetting te doden.

Ehrlichiose

Ehrlichiose is een ziekte die door teken wordt verspreid. De belangrijkste drager en verspreider van Erlichiose, de Rhipicephalusteek, komt voornamelijk voor in de mediterrane landen, maar wordt ook al jaren in Nederland aangetroffen. Het is een bacterieachtig organisme dat de witte bloedlichaampjes infecteert.

Ehrlichiose is een sluipende ziekte. De eerste symptomen volgen 5 tot 20 dagen na de besmetting: koorts, rillingen, gebrek aan eetlust, neerslachtigheid en bloedarmoede. Ze lijken erg op die van Babesiose en andere ziektes, daarom is het belangrijk om bij klachten alle ziektes te testen. Soms komt het ook voor dat Ehrlichiose in combinatie met Leishmaniose gezien wordt of met babesiose.

De ziekte kan ook met andere verschijnselen gepaard gaan: gezwollen lymfeklieren, pijnlijke spieren en gewrichten, bloed in de urine, bloedingen in de neus en elders, ernstige rug- of nekpijn en oogproblemen (uitscheiding, infecties). Ook neurologische afwijkingen als toevallen of moeilijk lopen komen voor, evenals problemen met de ademhaling of met het hart. Ehrlichiose heeft, wanneer de hond niet behandeld wordt, vaak een dodelijke afloop of krijgt een chronisch verloop. Ook na een behandeling blijft de ziekte soms chronisch aanwezig. Er ontstaat dan een zeker evenwicht tussen de ziekteverwekker en het immuun- systeem van de hond. De hond is niet echt ziek, maar ook niet echt in orde: Hij is de oude niet meer. De ziekte kan opnieuw opvlammen als de hond om de een of andere reden onder druk staat of een periode van verminderde weerstand doormaakt, bijvoorbeeld doordat er andere ziektes bijkomen (met name Babesiose) of door medicijngebruik (Prednison bijvoorbeeld is erg schadelijk). Maar als u er op tijd bij bent is het zeer goed te behandelen met een antibiotica- kuur en kan de hond zeer goed genezen.

Ehrlichiose moet worden vastgesteld met bloedonderzoek. Verhoogde activiteit van de lever, een laag aantal witte bloedcellen en een laag aantal bloedplaatjes zijn aanwijzingen. Soms kan de parasiet zelf worden ontdekt, zij het minder makkelijk dan bij Babesiose. Wanneer er antistoffen aanwezig zijn, is de hond in elk geval met de ziekteverwekker in aanraking geweest. Als hij daarnaast een aantal van de genoemde symptomen vertoont, kan men er redelijk zeker van zijn dat hij aan Ehrlichiose lijdt.

Ehrlichiose is weliswaar ernstig, maar is met antibiotica goed te behandelen De meeste honden herstellen goed wanneer de ziekte in een vroeg stadium wordt herkend en voortvarend wordt behandeld. Chronische gevallen zijn heel moeilijk te genezen. De behandeling is een kuur van Doxycycline. Deze moet gedurende minimaal 3 weken gegeven worden. In sommige gevallen kan tot 2 maanden behandeld worden.