Opvoeding  van uw hond

Hieronder vind u een aantal adviezen over het opvoeden van uw hond.

Aan bod komen de volgende onderwerpen:

  • Alleen thuis zijn trainen
  • Leiderschap
  • Energie
  • De puberende hond
  • Honden zijn geen mensen


Heeft u hierna nog vragen, stel deze gerust aan ons team!



Je hond trainen alleen thuis te zijn

Je hond leren om alleen te zijn kost tijd, geduld en vertrouwen. Verwacht niet dat het na één keer lukt. Het is belangrijk dat je hond leert dat jij altijd terugkomt en dat alleen zijn geen reden tot stress is. Bouw dit rustig op in kleine stappen.

Stap 1: Creëer een veilige plek

Zorg voor een vaste, vertrouwde plek waar je hond zich kan terugtrekken. Dit kan een mand, deken of bench zijn. De hond moet hier al aan gewend zijn.

Stap 2: Oefen zelfstandigheid

Laat je hond op zijn plek liggen terwijl jij in dezelfde ruimte blijft. Wacht tot hij rustig wordt en geen aandacht meer aan je schenkt.

Stap 3: Verlaat kort de kamer

Verlaat even de kamer terwijl de hond rustig ligt. Laat de deur open. Begin met 1 minuut en bouw dit op tot 5 minuten, afwisselend in duur.

Stap 4: Sluit de deur

Herhaal stap 3, maar doe nu de deur dicht. Bouw langzaam op tot 10 minuten. Blijf bij terugkomst rustig en maak er geen groot moment van.

Stap 5: Verlaat het huis

Als je hond rustig blijft, kun je nu kort echt weggaan. Open en sluit de voordeur, wacht buiten 1 tot 10 minuten, en verleng dat geleidelijk. Herhaal dit regelmatig.

 

Extra tips

 

Geef speeltjes zoals een gevulde Kong of kauwspeeltjes voor afleiding.

Maak geen feestje van je terugkomst, dit kan verlatingsangst versterken.

Negeer blaffen bij thuiskomst, ga pas naar binnen als je hond rustig is.

Herhaal de training regelmatig, zeker als je hond een tijdje niet alleen is geweest.

Met geduld, herhaling en structuur leert bijna elke hond rustig alleen te blijven.

Leiderschap

Wees de roedelleider 

Wanneer een hond zijn eigenaar niet als roedelleider ziet, ontstaat er verwarring. De hond weet dan niet wie de leiding heeft, wat voor hem onveilig en stressvol voelt. Vanuit zijn natuurlijke instinct is hij namelijk voortdurend bezig met het waarborgen van de veiligheid en het voortbestaan van zijn roedel. 

 

Zonder duidelijke leider ervaart de hond chaos, wat vervolgens kan leiden tot gedragsproblemen zoals agressie, bijten, 

verlatingsangst of uitvallen naar andere honden. De hond raakt uit balans. 

Herstel van die balans begint bij de mens. Door te erkennen dat een hond een roedeldier is en zelf kalm, duidelijk en consequent leiderschap te tonen, voelt de hond zich veilig en begrepen. 

De meeste gedragsproblemen verdwijnen zodra de mens zijn rol als roedelleider op de juiste manier vervult.

Hoe wordt u een stabiele roedelleider voor uw hond?

Honden hebben behoefte aan duidelijke structuur, regels en grenzen. Om als hondeneigenaar een stabiele leider te zijn, is het belangrijk om drie basisprincipes aan te houden, in deze volgorde:

 

Lichaamsbeweging         

 

·        Discipline (regels en grenzen)

·        Liefde en aandacht

 

Deze volgorde is van groot belang en moet consequent worden toegepast. Zo brengt u dit in de praktijk:

Begin elke ochtend met een stevige wandeling van 30 tot 60 minuten. De lengte van de wandeling hangt af van de energiebehoefte van uw hond. Actieve honden hebben meer beweging nodig dan rustige honden. Tijdens de wandeling hoort uw hond aan de lijn naast of achter u te lopen. De leider van de “roedel” loopt voorop. Wisselend leiderschap zorgt voor verwarring bij de hond en ondermijnt zijn gevoel van veiligheid. Gebruik bij voorkeur een korte lijn voor meer controle en om beter contact te kunnen maken met uw hond tijdens hetlopen. Tijdens de wandeling, wanneer uw hond rustig en ontspannen is, kunt u hem even los laten lopen of laten snuffelen als beloning. U bepaalt hoe lang dit moment duurt, maar het mag niet langer zijn dan de wandeling zelf. Ook thuis blijft u de leider: laat de hond pas vrij nadat u zelf rustig uw jas en schoenen hebt uitgetrokken en de lijn hebt opgeruimd. Dit versterkt uw leiderspositie. Geef pas na de wandeling eten. Zo leert de hond dat hij eerst moet bewegen of "werken" voordat hij beloond wordt met voeding — een natuurlijk patroon dat aansluit bij zijn instinct.

Energie 

Het bewust omgaan met energie. Als eigenaar is het belangrijk om zelf de juiste energie uit te stralen, omdat honden deze energie overnemen en weerspiegelen. 

Ideaal gezien straalt de eigenaar een kalme, zelfverzekerde en stabiele energie uit. Dat betekent dat je je emoties onder controle hebt en je hond op een rustige, duidelijke manier benadert, corrigeert en beloont. Honden reageren niet op menselijke emoties zoals boosheid, frustratie of agressie — die maken je in hun ogen instabiel. En juist dat zorgt voor onrust bij de hond. 

Een evenwichtige hond zal op zijn beurt kalme, onderdanige energie teruggeven. Dit zie je vooral aan zijn lichaamstaal: hij beweegt ontspannen, zijn oren hangen losjes, en hij is gefocust op zijn eigenaar 

en reageert direct op wat er van hem gevraagd wordt. 

Help mijn hond wordt een puber!

Wanneer je hond in de puberteit komt (meestal tussen 6 en 18 maanden, afhankelijk van het ras), kun je merken dat gedrag ineens verandert. Alles wat je hem als pup hebt geleerd, lijkt ineens vergeten. Geen zorgen: dit is normaal én tijdelijk, maar het vraagt wel om geduld en duidelijk leiderschap.

 

Hier zijn praktische tips om met een puberende hond om te gaan:

1.      Blijf consequent 

Herhaal de regels die je eerder hebt ingevoerd. Ook al test je hond je uit, geef niet toe. Wat gisteren “nee” was, moet vandaag ook “nee” zijn.

2.      Houd trainingsmomenten kort maar duidelijk

Pubers hebben een kortere spanningsboog. Train vaker in korte sessies van 5-10 minuten, met veel herhaling.

3. Geef voldoende beweging én mentale uitdaging

Combineer fysieke uitlaatkleppen (wandelen, rennen, spelen) met hersenwerk zoals speuren, puzzels.

4. Verwacht "selectief luisteren" Pubers gaan vaak ineens 'doof' lijken. Dat komt door hormonen en zelfvertrouwen dat zich ontwikkelt. Blijf rustig, gebruik een lange lijn op drukke plekken en roep hem op neutrale toon terug mocht je merken dat hij niet meer luistert en terug komt.

5. Vermijd straffen uit frustratie

Boos worden of straffen kan leiden tot stress of terugtrekgedrag. Corrigeer ongewenst gedrag kalm, kort en neutraal. Belonen werkt beter dan straffen.

6. Zorg voor rust en slaap Pubers zijn prikkelgevoeliger. Zorg voor een vaste plek waar je hond ongestoord kan slapen en bijkomen.

Honden zijn geen mensen


Een essentieel principe is dat een hond een roedeldier is, geen mens. Toch behandelen veel mensen hun hond alsof het een kind of vriend is, met benamingen als “mijn kindje” of “beste maatje”. Hoewel liefdevol bedoeld, is dit vaak een van de belangrijkste oorzaken van gedragsproblemen.




Honden hebben behoefte aan een duidelijke, stabiele leider — iemand die hen richting en veiligheid biedt. Ze begrijpen geen menselijk gedrag of emoties zoals wij die ervaren. Wat voor ons logisch of troostend is, kan voor een hond juist verwarrend zijn.



Ook uiterlijke versieringen zoals 

hondenkleding, sieraden of andere accessoires voegen voor een hond niets toe. Voor mensen kan het er leuk uitzien, maar de hond zelf hecht er geen waarde aan. Wat hij wél nodig heeft, is structuur, duidelijkheid en rust.